22 september, 2015

Buurtbarbecue met een staartje

De belangstelling voor Portugal werd in Stuttgart weer aangewakkerd. Op de beurs de hele dag proeven, lopen, kopen en praten. Aan het eind van de dag niet met echt rammelende maag richting hotel, maar toch.

Vier keer port

De beurs was de Markt des guten Geschmacks, de Slow Food Messe, één van de eet- en drinkwalhalla’s voor smulpapen en professionele culi’s. Alle stands met kruiden, groenten, wijn, kaas, vis, vlees, schaal- en schelpdieren, keuken- en serveernoviteiten noemen zou een ongeveer oneindige waslijst worden. Ga een keer zelf en onderga het; ook voor vlees- en vislozen de moeite waard.

De terugreis naar het hotel via metro en aansluitend vervoer duurde net lang genoeg om te realiseren dat alle hapjes en liflafjes die we geproefd hadden samen de avondmaaltijd niet helemaal konden vervangen. Dat Portugese verenigingsgebouw waar we op weg naar de bushalte langskwamen, met die vergeelde menukaart in de kleine vitrine naast de ingang, zou dat open zijn? Ik was de afgelopen uren wat betreft smaak en presentatie nogal verwend, maar aan de andere kant, een vette hotelsnack lokte ook niet – als die al voorradig zou zijn. Het was uiteindelijk al na achten. En hoe goed kende ik de Portugese keuken eigenlijk?

Vis en rode wijn
We waren de enige niet-Portugezen. Met handen en voeten en drie woorden Duits begreep de ober heel goed wat we wensten. Er was ook maar één dagschotel, een variant op de bacalhau com natas en zoiets hadden de meeste bezoekers ook voor zich.

In afwachting van de warme maaltijd kregen we wijn, een fles zonder etiket. Lichtrood, ‘verde’, had ik dat goed verstaan? Vino verde, die kenden we wel. Een jonge witte Portugese wijn, die eigenlijk altijd uitstekend smaakt. We proefden, keken elkaar aan en bleven stil. Ach ja, natuurlijk! Dat ‘verde’ sloeg niet op de kleur, maar betekende ‘groen, jong’. En dat kon evengoed gelden voor een rode. Vino tinto, natuurlijk! En of deze smaakte! Het was werkelijk de aller-allerlekkerste wijn die ik ooit dronk –sorry, Slow Food Messe.

We kregen een behoorlijke schaal kraakverse groene salade, aangemaakt met schmant, de verrukkelijke niet-vette Duitse roomvariant en met verder alleen wat dunne partjes citroen, een enkele uienring en fliepels rode paprika. Een schaal gebakken aardappeldobbels die echt niet uit de groothandel kwamen en een andere met grote moten prachtige stokvis. Of dit smaakte? Zeker weten!

Na het eten werd er, zonder dat we erom hadden gevraagd, een wederom etiketloze fles met twee kleinere glazen op tafel gezet. Ook rood, maar minder transparant. We schonken bescheiden en proefden een volle, verwarmende gloed: port. Ondertussen waren we door vermoeidheid zo rozig geworden dat we vergaten verder te informeren naar de soort. Maar misschien was dat hier wel ietwat ongepast.

Port-degustatie
Deze herinnering vertelden we enthousiast op een buurtbarbecue-met-kruidenboter-contest aan het begin van de zomer. Eén van de gasten liet ons keurig uitpraten voor hij ons achteloos deelgenoot maakte van zijn imposante parate informatie over port. Vintage, de Late Bottled (LBV) colheita, crusted. We hingen dusdanig aan zijn lippen dat hij ons uitnodigde bij hem en zijn vrouw langs te komen voor een portproeverij.

Dat gebeurde snel. Omdat drank beter niet op een lege maag kan worden geproefd, werden we ontvangen met een sappige carpaccio die echt helemaal deugde, en daarna een lichte pasta met Saumon à la Christine en peultjes. Daarna begon het officiële deel van de avond. We nipten en beoordeelden kritisch: een 10 years tawny-op-wood van Taylor’s. Daarna een 1995 Kopke ‘matured-in-wood' colheita, gevolgd door een 1985 LBV Burmester, gebotteld in 1989. Ten slotte een 1990’er Graham’s Malvedos Centenary, gebotteld in 1992. Om zo goed mogelijk te kunnen proeven dronken we, om onze smaak telkens te neutraliseren, plat water tussen de respectievelijke godendranken. Natuurlijk slurpten we niet meteen alle varianten helemaal op. Dus stonden er voor ieder van ons, nog redelijk gevuld, vier glaasjes met donkerrode vloeistof in uiteenlopende kleurschakeringen op een rij.

De waarheid
Dat was bedoeld voor de tweede ronde met bijlagen: een kaasplankje, en voor de zoetere liefhebbers chocolade. Een Zuid-Hollandse overjarige Koekoek-Stolwijker, een Bleu de Wolvega en een smeuïge loop-Roche Baron. Omdat de gastheer zo van de nootachtige smaak houdt, en omdat deze wat milder is dan de anderen, nog een stukje Emmentaler.

Donkere Lindt chocolade met het robuuste cacaopercentage van 85%: ‘Hier doen we niet aan chocoladefantasie’, benadrukt de gastvrouw. Nu komt de waarheid boven water: zij is de eigenlijke aanstichtster van de portliefhebberij. Een jaar of dertig terug vond ze de toen populaire ‘vrouwendrankjes’ als rosé, witte martini en sneeuwwitje niet zo interessant. Port bleek en bleef een goed alternatief. Manlief sloot zich spontaan aan. Ach, hoe onzelfzuchtig liefde zich kan openbaren.

Sparen
Hoe de portproeverij verliep? Alle aanwezigen waren het eens dat de smaken zich allemaal ontvouwden. Sterker nog: ze veranderden bijna. Zo ging de Taylor’s van duidelijke amarenen met hintjes van kaneel en vanille naar een blijvend vruchtje; een luchtiger aardbeienzweem. De Kopke colheita kreeg, naast het chocolade, een duidelijk hazelnootaroma. Burmester bleef redelijk consistent met warme achtergrond-tannines en kruidige karamel. Nummer vier, Grahams, leidde tot uiteenlopende (overigens allemaal bijzonder positieve) waarderingen. Variërend van licht-peperig, haast anijzig, tot aards; bijna paddenstoelen. Dat de blauwschimmel bij alle specialiteiten uitstekend paste, daar waren we het roerend over eens. Dat dit een vervolg mocht hebben ook. Daarvoor zijn we meteen gaan sparen.

Over de auteur

Jos Rietveld

Jos Rietveld is culinair publiciste, copywriter, vertaler en redacteur. Ze heeft, - horeca-achtergrond - , natuurlijk voorkeur voor opdrachten van en over gastronomie; over de klassiekers en de hypes in deze wereld. Steeds meer interesseren regionale gastronomie en de verhalen achter de recepten haar. De verschillen in eetculturen tussen mensen die niet eens zo ver van elkaar leven. Motto: zeg me wat je eet of toon me je keuken en we zijn nog niet uitgegeten.

Reacties

Nieuwe reactie
    1. Om SPAM tegen te gaan moet u deze vraag correct beantwoorden.

Laatste reacties

  1. Lieven Roose in Leven als een Bourgondiër

    Leuk artikel, mooi geschreven! Maar wat de meeste mensen over het hoofd zien, is dat de zogehete...

  2. Arnaud de Klerk in 6× Culinair genieten aan het water

    Ook een geweldige locatie aan het water om te eten: https://www.eet.nu/willemstad/vista Allee...

  3. Arnaud de Klerk in 20× heerlijke aanraders voor 20 jaar kapsalon!

    Ook nog een goede locatie om in het zuiden van het land een goede kapsalon te halen: https://www...

  4. Ravi Khanna in Domino's geeft duizenden pizza's weg

    Ken je de website pizzaactie.nl al? Ik ben net achter gekomen dat hun megaveel kortingscodes hebb...

  5. Gerard in 7× All you can eat toprestaurants

    Het voordeel van all-you-can-eat is dat je vaak meer keuze hebt. Ik hou van keuze!

  6. Willem Punt in 7× All you can eat toprestaurants

    Bij Sushi Today in Amersfoort op het Eemplein kun je uitstekend all you can eat eten. Zowel sush...

  7. Wilj in 7× All you can eat toprestaurants

    Foodunie in Wormerveer, is een wereldkeuken en all you can eat. Kinderen en 65+ betalen minder en...

  8. Arnaud de Klerk in 7× All you can eat toprestaurants

    Okidoki. Dan is dat verkeerd ingeschat van mijn kant :)